Spiritualiteit lijkt een grote vergaarbak. Het gaat over je verbinden met God, over liefdevol zijn naar anderen, over egoloosheid, over positief denken, over zelfkennis, over magie.
Waarom houden we ons bezig met spiritualiteit?
Ik vermoed dat onze interesse in spiritualiteit voortkomt uit onze behoefte om ons gelukkig te voelen.
Geluk heeft te maken met dingen als positief ervaren. We voelen ons happy als we onze omstandigheden, de dingen die gebeuren als prettig ervaren en bovenal als we onszelf als goed en waardevol kunnen zien. Veel van wat onder de noemer spiritualiteit valt heeft dan ook te maken met positief denken. Kijk met een positieve blik naar de wereld, beschouw die als goed en liefdevol, wees dankbaar voor wat je hebt en je overkomt. Wees vooral ook positief over en naar jezelf; accepteer jezelf, zeg ja tegen jezelf.
En het werkt. Zolang we er actief aan werken om onszelf en de wereld om ons heen als positief te benoemen kunnen we ons redelijk goed voelen. Maar er zijn nadelen aan verbonden: opeens gebeurt er iets dat we als zo naar ervaren, of doen we iets wat we van onszelf zo stom vinden, dat we het met de beste wil van de wereld niet meer positief kunnen benoemen. Het zorgvuldig opgebouwde positieve kaartenhuis valt in elkaar.
Op zo’n moment kunnen we zelfs dat hele ‘positieve gedoe’ als onecht, als geforceerd gaan ervaren.
Een ander inherent nadeel aan positief denken is dat je daarmee meteen het omgekeerde schept; iets kan alleen maar positief zijn in vergelijking tot andere dingen, die dan dus negatief zijn. Als ik mezelf als liefdevol ervaar is dat goed, maar als ik dat op een bepaald moment niet ben is dat dus fout, een kwaad. Als ik geloof in positief denken, en het lukt me niet om dat vol te houden, dan beleef ik dat niet volhouden als negatief. Voor sommigen is dan de oplossing letterlijk alles als positief zien, “Ja zeggen tegen alles”. Ook tegen ziekte, rampen en verlies. Walsch 2 voegt daar dan nog aan toe dat alles wat je overkomt positief is, omdat je alles zelf hebt gecreëerd om te ervaren hoe dat is, om ook dat deel van jezelf neer te zetten.
Het lijkt me toe dat tijdelijk, geforceerd positief denken geen kwaad kan. Het voelt goed voor dat moment en je ontdekt wellicht dat de normale manier waarop jij dingen evalueert geen wet van Meden en Perzen is, je ziet dat jouw evaluaties voortkomen uit jouw persoonlijkheid en niet noodzakelijk waar hoeven te zijn.
Het arbitraire, het toevallige van onze evaluaties én het nadeel dat kleeft aan positief denken nl. dat het de andere kant, het negatieve oproept leidt tot de gedachte om alle evaluaties, alle oordelen overboord te gooien. Terug naar de hof van Eden, onze kennis van goed en kwaad aan de wilgen hangen.
Mensen kunnen dit soort momenten beleven tijdens meditatie, waarbij alle gedachten, dus ook alle concepten en oordelen wegvallen. Er blijft dan een puur zijn, een puur ervaren over, wat een soort geluksgevoel geeft maar wat helaas ook snel weer verdwijnt zodra je weer in de wereld moet functioneren. Maar misschien, als je maar genoeg mediteert, dat je die leegte steeds beter kunt vasthouden.
Een ander facet van geluksgevoel is leven in harmonie. Niet in conflict zijn met en in jezelf, niet met de omgeving en het liefst een eenheid voelen met het totale universum. Wellicht is elke psychotherapie gericht op het wegnemen van conflicten, met name die in jezelf. Je voelt iets wat je niet wilt voelen, je wilt tegenstrijdige dingen, of je gedraagt je op een manier die te veel negatieve consequenties voor je heeft. De oplossing schijnt hier te zijn: ken Uzelf. Als we weten en ervaren waar onze manier van denken, en ons gedrag op berusten, kunnen we het doorgaans loslaten. Er is natuurlijk een samenhang tussen conflicten en negatief denken: bij conflicten is er altijd iets wat we niet willen, wat we als negatief ervaren. Maar anders dan bij geforceerd positief denken, ligt de oplossing hier in het wegnemen van de oorzaak van het conflict en niet in het veranderen van onze evaluatie of onze blikrichting.
En in harmonie leven met God, hoe doe je dat? Ieder kerkgenootschap heeft wel een groot aantal leefregels waar je aan moet voldoen, maar m.n. de christelijke kerk laat via de erfzonde tegelijk weten dat je nooit echt een goed mens kunt zijn, je zult altijd per definitie te kort schieten. Bovendien hebben de gevestigde kerken de neiging om voor je te denken in plaats van je te stimuleren om je eigen spirituele weg te gaan.
Misschien is een engere definitie van spiritualiteit op zijn plaats: contact met je eigen geest, je eigen intuïtie, je “hogere weten”. Hier staat niet geluk op de voorgrond maar jezelf zijn, authentiek zijn. Om die innerlijke stem van het eigen weten, van de intuïtie te kunnen horen, moeten we uiterst stil zijn. Het denken stoppen. Meditatie 3 lijkt een goede weg. Zoals gezegd kunnen daardoor momenten van die stilte ontstaan en bovendien komen door meditatie de dingen die ons dwars zitten en die dus onze emoties en ons denken aanwakkeren en onze stilte verstoren, regelmatig naar boven, waardoor ze geleidelijk hun kracht verliezen.
Maar je kunt natuurlijk ook actiever werken aan het opruimen van “oud zeer”, via psychotherapie. Met name focusing 4 is erg geschikt; Het is een vorm die zoveel mogelijk voorbij gaat aan het denken, door je aandacht vooral te richten op lichamelijke ervaringen, het doet eigenlijk van meet af aan aanpraak op een weten dat niet vanuit je logisch denken komt.
Of die innerlijke stem, dat ‘authentiek weten’ een betrouwbare partner is? Ik zou zeggen: probeer het uit.
bron